Het uitgangspunt van schematherapie is dat ieder kind dezelfde basisbehoeften heeft. Stagnatie ontstaat door beschadigende omstandigheden of onvoldoende respons vanuit de omgeving of vanuit het kind zelf. Deze stagnatie kan leiden tot persoonlijkheidsproblematiek en hardnekkig as-I problematiek bij volwassenen en adolescenten. Dit kan behandeld worden met schematherapie. Dit is een geïntegreerd, allesomvattend model, gerelateerd aan het cognitieve model. Door het gebruik van schematherapie leer je op een andere manier kijken naar in standhoudende factoren. Coping en de ontwikkeling van de cliënt spelen bij schematherapie een belangrijke rol.
Na afloop van deze cursus:
- Kun je een schemacasusconceptualisatie, een modusmodel en een behandelplan opstellen.
- Ben je in staat de werkrelatie met een cliënt met persoonlijkheidsproblematiek te hanteren volgens de principes van ‘limited reparenting’ en ‘limit setting’.
- Kun je vanuit het modusmodel interventies toepassen bij destructieve gedragingen/ ongezonde gewoontes, zoals bijvoorbeeld auto-mutilatie of impulscontroleproblemen.
- Heb je geoefend met de verschillende behandeltechnieken, zoals cognitieve technieken, experiëntiële technieken en gedragsexperimenten individueel en in de groep.
- Heb je zicht op je eigen schema’s en coping en heb je een idee gevormd over wat het effect hiervan kan zijn in de samenwerking met een cliënt met persoonlijkheidsproblematiek.
- Heb je een idee hoe schematherapie binnen diverse settingen - ambulant en (dag-)klinisch) - toegepast kan worden.