|



Na afloop van de cursus beschikt de cursist over kennis van de denk- en werkwijze die wordt gehanteerd binnen de cognitieve gedragstherapie. De cursist is bekend met basisbegrippen uit de cognitieve gedragstherapie en gedragstherapeutische analyses (functie- en betekenisanalyse, holistische theorie).
Na afloop van de cursus is de cursist in staat om gedragstherapeutische technieken, zoals registratie-opdrachten, exposure, gedragsexperimenten, responspreventie, zelfcontrole-, motiverings-, ontspannings- en uitdaagtechnieken te introduceren, uit te voeren en toe te kunnen passen bij veel voorkomende klachtgebieden (angst-, stemmings- en persoonlijkheidsstoornissen). De cursist is tevens in staat om een deelaspect van een cognitieve gedragstherapie onder supervisie naar behoren uitvoeren. Na afloop heeft de cursist een visie ontwikkeld over de positie van de CGW-er t.o.v. andere behandelaars.