De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) definieert gezondheid als een toestand van compleet lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden.

Machteld Huber en haar collega’s van het Institute for Positive Health stellen een andere benadering voor: "Gezondheid is het dynamische vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven". Deze nieuwe benadering is nader uitgewerkt tot het concept Positieve Gezondheid, waarbij termen als autonomie, veerkracht en een betekenisvol leven centraal staan.

In deze lezing door Marja van Vliet wordt Positieve Gezondheid verder uitgediept. Want wat verstaan we er precies onder en wat betekent het voor de ouderenzorg? Naast een interactieve lezing zullen we ook aan de slag gaan met een aantal oefeningen om te ontdekken hoe je Positieve Gezondheid als methode kunt toepassen in de beroepspraktijk.

Leerdoelen:

• Wat wordt verstaan onder positieve gezondheid (uitleg hierover). De zes gebieden (lichaamsfuncties, Mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, meedoen en dagelijks functioneren). Wat betekent dit voor de ouderenzorg en hoe kun je dit toepassen in de dagelijkse praktijk.