Deze cursus voor praktijkondersteuners geeft handvatten om de therapietrouw bij patiënten te bevorderen en om patiënten te begeleiden bij afbouw van de medicatie. De cursus is gebaseerd op de NHG-standaarden Angst en Depressie uit 2019.

Als praktijkondersteuner heb je te maken met patiënten met angst of depressie. Welke taken je precies hebt, is afhankelijk van wat er bij jou in de praktijk is afgesproken. Misschien help je mee met het stellen van de diagnose. Of doe je een deel van de behandeling. In beide gevallen is het belangrijk dat je voldoende weet over angst en depressie.

In deze cursus leer je hoe je angst en depressie herkent, hoe patiënten behandeld moeten worden en wat jouw rol hierbij kan zijn. Met deze kennis kun je patiënten met angst of depressie goed begeleiden.

Angst en depressie komen vaak voor in de huisartsenpraktijk. In een gemiddelde huisartsenpraktijk met 2095 patiënten zijn er ongeveer 34 patiënten met een angstig, nerveus of gespannen gevoel, 47 patiënten met een angststoornis, 25 patiënten met een down, depressief gevoel en 63 patiënten met een depressie. Maar niet alle mensen met angst en depressie zijn bekend bij de huisarts. Dit komt omdat een groot deel van de patiënten met angst- of depressieve klachten niet naar de huisarts gaat. Dit heeft soms te maken met schaamtegevoelens. En bij patiënten die wel naar de huisarts gaan met hun klachten, denkt de huisarts niet altijd aan angst of depressie. Patiënten die wel de diagnose angst of depressie krijgen, worden niet altijd volgens de NHG-Standaarden behandeld. Sommige patiënten krijgen te snel medicatie. Andere patiënten stoppen te snel met de medicatie of zijn niet therapietrouw. Tot slot zijn er ook patiënten die juist te lang medicatie krijgen.

Met deze e-learning cursus vergroot je je kennis over angst en depressie. Na het volgen van deze cursus herken je een patiënt met angst of depressie. Je weet ook welke behandelingen de NHG-Standaarden aanbevelen en hoe je de therapietrouw kunt vergroten.

Na afronding van deze cursus:

ken je

• de signalen en risicofactoren voor angst en depressie.
• het verschil tussen angstklachten en angststoornissen.
• het verschil tussen depressieve klachten en een depressieve stoornis.
• de behandeling volgens een stappenplan bij angstklachten, angststoornissen, depressieve klachten en een depressieve stoornis.
• de belangrijkste bijwerkingen van antidepressiva.

weet je

• waarom het belangrijk is om verschil te maken tussen angstklachten en angststoornissen en tussen depressieve klachten en een depressieve stoornis.
• hoe je de klachten kunt uitvragen.
• wat het doel is van de verschillende niet-medicamenteuze behandelmogelijkheden, wat ze inhouden en wat je rol hierbij kan zijn.
• of en wanneer geneesmiddelen nuttig zijn.
• hoe je de therapietrouw kunt vergroten.
• hoe je ervoor kunt zorgen dat de patiënt niet te vroeg stopt met antidepressiva.
• hoe je de patiënt kunt helpen bij het afbouwen van antidepressiva.