Ruim 610.000 mensen in Nederland hebben astma. In de meeste gevallen gebruiken zij inhalatiemedicatie. Soms alleen zo nodig, soms als onderhoudsmedicatie. Het is heel belangrijk dat zij de juiste medicatie gebruiken, op de juiste manier en helaas is dat lang niet altijd het geval. In de praktijk is bij slechts 43% van de astmapatiënten de astma onder controle.

In deze cursus gaan we uitgebreider in op astmacontrole en de medicatie bij astma. Dit is eigenlijk altijd inhalatiemedicatie, omdat die snel werkt op de juiste plaats. Maar wanneer een patiënt medicatie gaat gebruiken moeten eerst een aantal keuzes gemaakt worden. Welk middel past het beste bij de symptomen? Welke toedieningsvorm is geschikt voor deze patiënt?

Hoe weet je eigenlijk wanneer er sprake is van goede astmacontrole? En hoe bereik je die? Als een patiënt al een inhalatiemiddel gebruikt en het werkt niet optimaal, waar ligt dat dan aan? Is het medicijn of de toedieningsvorm niet goed gekozen? Of is er iets veranderd in de situatie waardoor dit middel niet meer passend is? Hoe zit het met de therapietrouw en de inhalatietechniek?

Na het volgen van deze cursus weet je dat al deze vragen van belang zijn en hoe je er antwoord op kunt geven. Ook kun je bij de verschillende inhalatoren passende inhalatie-instructie geven. Zo kan je bijdragen aan een optimale behandeling van astmapatiënten.

Na het volgen van deze cursus weet je:

• welke inhalatiemiddelen gebruikt worden bij de behandeling van astma.
• in welke toedieningsvormen deze middelen te krijgen zijn.
• hoe de keuze gemaakt moet worden voor het juiste middel en de juiste toedieningsvorm.
• waar je op moet letten wanneer een inhalatiemiddel niet voldoende controle geeft over de astmasymptomen.
• hoe je goede astmacontrole herkent en hoe je het bereikt.
• hoe je inhalatie-instructie geeft.
• hoe je de spirometrie-uitslag interpreteert.

Auteur van deze nascholing:

• Dr. H.J. Verzijl, huisarts