De eerste bijeenkomst gaat over chronisch palliatieve patiënt. Wanneer start deze chronisch palliatieve fase? Wat zijn kenmerken? Welke symptomen hebben deze patiënten? Wat voor gesprek ga je aan? Veelal dus kennis omtrent wanneer een chronische patiënt palliatief is.
In de pauze gaan we verder aan de hand van de kaartjes van betekenis en ga je samen in kleine groepje kijken welke vragen er naar voren kunnen komen. Hoe sta je hier dan zelf in? Wat roept deze vraag bij je op?
De tweede bijeenkomst is gericht op rituelen rondom de dood bij verschillende culturen als het gaat om de dood, waar moeten we rekening mee houden? Wat is voor andere culturen belangrijk.
Verder wordt er gekeken naar de multiculturele aspecten in de palliatieve fase, hoe ga je om met een diversiteit aan families? Hoe zit een familieband in elkaar? Wat wordt er wel/niet besproken over een ziekte, naasten, enz...