Een op de drie Nederlanders heeft beperkte gezondheidsvaardigheden. Dat betekent dat zij moeite hebben met het vinden, begrijpen en toepassen van informatie over gezondheid. Een deel van deze groep is laaggeletterd.
Laaggeletterden hebben zoveel moeite met lezen en schrijven dat het hun dagelijks functioneren belemmert. Voor wie in Nederland niet goed kan lezen en schrijven, is de weg naar de dokter, het ziekenhuis en de apotheek bezaaid met hindernissen. Kunnen lezen is overal nodig. Maar dat niet alleen: wat je leest, moet je ook kunnen begrijpen en toepassen. Die (gezondheids)vaardigheden hebben laaggeletterden onvoldoende. Laaggeletterdheid komt meer voor onder laagopgeleiden, ouderen en migranten. Iets meer dan de helft van de laaggeletterden is autochtoon Nederlander; één op de drie heeft een niet-westerse achtergrond.
Er is een duidelijke samenhang tussen beperkte gezondheidsvaardigheden en een slechtere gezondheid. Astma en COPD, diabetes, kanker, hart- en vaatziekten en psychische problemen komen bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden beduidend vaker voor. Ook komen zij gemiddeld gezien eerder te overlijden, 5,2% van de laagst geletterde mannen heeft diabetes tegenover 1,5% van de hoogst geletterde mannen. Voor vrouwen is dat verschil nog groter: respectievelijk 6% en 0,9%.
Het is belangrijk dat zorgverleners deze mensen herkennen en hun communicatie, informatiemateriaal en begeleiding zo aanpassen dat die beter aansluit bij de patiënt of cliënt. Zelfmanagement van hun aandoening lukt hen vaak minder goed. Hier ligt een belangrijke taak voor de zorgverlener. Maar hoe doe dat op een effectieve wijze?
De training ‘Zorg in eigen hand’ ondersteunt praktijkondersteuners, praktijkverpleegkundigen en huisartsen om patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden en met een chronische aandoening te motiveren en te begeleiden tot betere zelfzorg.
De deelnemers hebben na de training:
De training is praktisch van opzet.Er wordt gewerkt met vragen, ervaringen en casuïstiek uit de dagelijkse praktijk van de deelnemers. De training bestaat uit twee dagdelen, met een tussenpozen van circa 4 weken. Op de eerste bijeenkomst staat de communicatie centraal en de terugvraagmethode. Hoe zorg je dat de patiënt jou begrijpt en waarom is de vertrouwensband zo belangrijk bij deze doelgroep? Tijdens de 2e bijeenkomst staat de persoonsgerichte zorg centraal. Samen met een ervaren trainingsacteur wordt actief geoefend in het communiceren met een brede benadering, waarbij de patiënt centraal staat en niet de ziekte.
Van de deelnemers wordt verwacht dat zij basiskennis over de begrippen 'laaggeletterdheid en beperkte gezondheidsvaardigheden'. Vooraf ontvangen zij enkele artikelen en een huiswerkopdracht.