De cursist leert de basisbegrippen uit de cognitieve gedragstherapie zowel door het aanreiken van theoretische kennis en interactieve bespreking van de leerstof, als door oefeningen in de praktijk. De cursist maakt op systematische wijze kennis met de methoden en interventies gericht op specifieke stoornissen (angststoornissen, depressie en somatoforme stoornissen, impulscontrolestoornissen en persoonlijkheidsstoornissen). De cursist oefent met het toepassen ervan door praktische oefeningen en rollenspellen, waarbij men wisselend als therapeut en als cliënt zal optreden. Aandacht wordt besteed aan het therapeutische proces en de therapeutische relatie. Einddoel is dat men in staat is om het geleerde zelfstandig (onder supervisie) toe te passen in de behandeling van cliënten.
De cursist leert cognitief/emotionele en gedragsproblemen van zijn cliënten zo goed mogelijk te verminderen of te veranderen met behulp van evidenced based cognitief gedragstherapeutische methoden en interventies. Opgestelde protocollen en richtlijnen dienen daarbij als uitgangspunt, maar worden tot maatwerk gemaakt in relatie met de cliënt.
De basiscursus cognitieve gedragstherapie van totaal 100 uur is opgebouwd uit een inleidend deel (30 uur) en een verdiepend deel (70 uur). Er wordt uitgegaan van 350 werkuren.